Kittens worden al in het nest besmet met wormen en bij puppy's gebeurt dit zelfs al in de baarmoeder, via het bloed van de moeder.
Verder lopen dieren gedurende hun leven constant nieuwe besmettingen op, bijvoorbeeld doordat ze eitjes of larven van de grond (evt. via hun vacht of poten) oplikken. Ook vlooien en dieren zoals slakken, muizen en kikkers kunnen worminfecties overdragen als ze opgegeten worden door een hond of kat.
Ook mensen kunnen met wormen besmet raken. Vooral kinderen lopen gevaar, doordat ze regelmatig hun hand in hun mond steken zonder deze altijd eerst te wassen.
Meestal merkt een eigenaar weinig van een wormbesmetting bij zijn huisdier. Vaak komen er alleen eitjes met de ontlasting naar buiten en deze zijn zo klein, dat ze niet met het blote oog te zien zijn.
Soms kunnen er echter ook volwassen wormen in de ontlasting zichtbaar worden. Rond de anus kunnen stukjes lintworm verschijnen, die eruit zien als rijstkorreltjes.
Bij ernstige besmetting kunnen dieren ziek worden. Verschijnselen zijn afhankelijk van het type worm en kunnen variëren van (bloederige) diarree, slecht groeien en vermageren tot hoesten,
hartproblemen en benauwdheid.
Pups op 2, 4, 6 en 8 weken.
Vervolgens elke maand tot de leeftijd van 6 maanden.
Volwassen honden daarna elke 3 maanden.
Kittens op 3, 5, 7 en 9 weken leeftijd.
Vervolgens elke maand tot de leeftijd van 6 maanden.
Volwassen katten daarna elke 3 maanden.